Interview Al Fianco olijfolie

Verhuizen naar het buitenland en daar een nieuw bestaan opbouwen. Daar dromen we allemaal wel eens van. Ben en Estel durfden het aan en verruilden het drukke stadsleven in België voor de rust van het Italiaanse platteland. Ze bouwden een huis in het dorpje Petacciato in de Molise streek en starten daar met de productie van olijfolie onder hun eigen merk ‘Al Fianco’. Op een koude Nederlandse woensdagmiddag in maart spraken we Estel door middel van een videogesprek. Hoe bevalt het mediterrane leven hen tot nu toe?

“Ja goed, we hebben hier nu al zeer goed weer. Het is volop lente met zo’n 20 graden en we zijn vandaag begonnen met het maaien van het gras tussen onze olijfbomen, zodat we ze dit weekend kunnen snoeien. Het mediterrane leven waar vrienden, familie, het goede weer, vers eten en gezondheid voor materiële en financiële zaken gaan bevalt ons opperbest!”

Hoe zijn jullie in de Molise terecht gekomen?

“Eigenlijk per toeval. We wilden het werkritme van de stad ontvluchten en we kenden de streek doordat mijn ouders hier een aantal jaar geleden een huis hebben laten bouwen. Zelf zochten we een huis met zeezicht en genoeg grond om veel privacy te hebben. Verder naar het noorden, in Toscane of richting Puglia in het zuiden, worden huizen al snel onbetaalbaar. Zodoende kwamen we uit in de streek Molise. Dit is Toscane in het klein met glooiende heuvels, akkers en boomgaarden, maar dan minder toeristisch. Je vindt hier nog het echte authentieke Italië.”

Je ziet natuurlijk vaak in programma’s zoals ‘Ik vertrek’ dat mensen naar een ander land gaan om daar een mooie business te beginnen.

“Ja, dat is bij ons net iets anders gegaan. We zijn eigenlijk nooit hiernaartoe gekomen met het idee een bedrijf te starten. Onze economische business zit nog altijd voornamelijk in België. Maar omdat er nu eenmaal olijfbomen op onze grond stonden, dachten we dat het zonde zou zijn om daar niks mee te doen. Zo zijn we er eigenlijk ingerold. Vorig jaar hadden we een oogst van 400 liter olijfolie, het jaar daarvoor 700 liter. En ja, dat krijg je als koppel samen niet op. Dat is eigenlijk de reden waarom we met ons olijfoliemerk Al Fianco zijn begonnen.”

Wat maakt Al Fianco olijfolie bijzonder?

“Ons hele dorp staat bekend om zijn goede olijfolie. Dat heeft vooral te maken met het feit dat onze olijfbomen op de flank van een helling staan. Hierdoor krijgen ze veel meer zon, en dat is belangrijk voor een olijfboom. Daarnaast krijgen de bomen, omdat ze ook vlak langs de zeekust staan, relatief veel wind. En tot slot beschikt ons dorp over een ondergrondse waterbron. Ook bij weinig regen hebben onze bomen altijd water tot hun beschikking. In combinatie met het mediterrane klimaat, zorgt dit voor de optimale groeiomstandigheden voor onze olijven.

Net als veel biologische olijfolie boeren in de omgeving, maken Ben en Estel hun olijfolie op ambachtelijke wijze volgens een traditioneel recept. Hierbij staan smaak en kwaliteit altijd op één!

Intense smaak

“We oogsten onze olijven relatief vroeg, zo rond eind september. De olijven laten we binnen 24 uur koud persen tot extra virgine olijfolie. Doordat we vroeg oogsten komt er minder olie uit een olijf, maar is de smaak veel intenser. Onze olijfolie is dan ook wat pittiger met een meer uitgesproken smaak dan de olijfolie uit de supermarkt. De mensen hier gebruiken hem koud door salades en door de pasta nadat deze gekookt is. En bakken in onze olijfolie kan natuurlijk ook, maar dat doen de meeste mensen met de olie van het jaar ervoor. De smaak van olijfolie vervliegt namelijk enigszins bij hoge temperaturen.”

Kwaliteit staat op één (zoals het hoort)

“Onze Al Fianco olijfolie is puur biologisch. We plukken de olijven manueel en dat is een flinke klus. Dit maakt hem natuurlijk ook iets duurder dan olijfolie uit de supermarkt, maar die prijs is nodig om de kosten te dekken. Het maken van een kwaliteitsproduct staat bij ons op plek één. Dat is ook de reden dat we onze business klein houden. Zo hebben we de tijd om alle handelingen op het juiste tijdstip te kunnen uitvoeren en zo altijd de beste kwaliteit olijfolie te kunnen bieden.”

Hoe vinden de Italianen het dat er nu Vlamingen in hun dorp wonen die ook olijfolie maken?

“Dat vinden ze enorm leuk, want jonge mensen uit deze streek die naar de stad gaan om te studeren komen vaak niet meer terug. Dit is een echte landbouwstreek waar het hard werken is voor de mensen. Veel buitenlanders die hier naartoe komen, onderhouden hun bomen niet of kappen ze zelfs. Doordat wij onze olijfboomgaard wél goed onderhouden en ook olijfolie maken, helpen we mee om hun Italiaanse tradities en het landschap in stand te houden. Zo hebben we vrij snel het respect van de lokale bevolking gewonnen en dat heeft ons veel goodwill opgeleverd.”

Hulp van de buren

“Toen we hier kwamen wonen, wisten we eigenlijk nog niets van het verzorgen van olijfbomen en het maken van olijfolie. Inmiddels maken we olijfolie zoals ze dat hier al generaties lang doen. De buren waarderen het zeer dat we hierbij hun tradities omarmen, ze voorzien ons zelfs van advies. Daarnaast zijn er ook mensen die tegen betaling komen helpen. Zo worden de olijven geperst en gebotteld door een lokaal bedrijf hier in het dorp. De eigenaar is inmiddels een goede vriend van ons. Hij helpt ook met het onderhouden van het terrein.

De lokale bewoners hier staan dan ook zeer open voor mensen van buitenaf. Zeker als je ze met respect behandelt en hun adviezen ter harte neemt, anders blijft het bij slechts één keer helpen. Het is een beetje geven en nemen. Doordat wij respect tonen voor hun manier van doen. En zij het waarderen dat we de moeite nemen om het te leren, hebben we snel contact kunnen leggen in het dorp en zijn we intussen goed geïntegreerd.”

Spraken jullie eigenlijk al Italiaans toen jullie hier kwamen wonen?

“Mijn partner Ben heeft vroeger op Sicilië en in Zwitserland gewerkt, dus hij sprak al goed Italiaans. Ikzelf niet. Dat is wel iets wat ik aan kan raden aan mensen die ook naar Italië willen verhuizen. Als ik bijvoorbeeld dat programma ‘Ik vertrek’ zie, dan denk ik “Ai ai ai: je kunt niet naar Italië verhuizen of er zaken doen zonder een beetje basis Italiaans te spreken. Vooral in onze streek spreken de mensen echt niks anders. Ze zien het ook als een vorm van respect dat je de taal leert.

Om die reden ben ik meteen met een intense online cursus aan de slag gegaan, waardoor ik me nu op sociaal gebied aardig kan redden. Ik kan niet zeggen dat ik al zaken kan doen hier, dat niet. Maar ik zou mensen die naar Italië willen verhuizen op het hart willen drukken: zorg dat je de basis van de taal onder de knie hebt, zodat je kunt converseren met de mensen. Het spreken van de taal en het maken van olijfolie heeft ons veel goodwill opgeleverd en heeft ons erg geholpen om hier onze plek te vinden.”

Het leven op het Italiaanse platteland bevalt Ben en Estel opperbest. Ze hebben er hun draai gevonden in de lokale gemeenschap, maken hun eigen olijfolie en verhuren een vakantiehuis. De toekomst ziet er rooskleurig uit.

Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?

“Nou, we hebben altijd heel veel plannen en je weet nooit wat morgen of overmorgen je brengt. Maar we hebben ook nog een stuk grond met een wijngaard. Een vriend van ons onderhoudt die nu. Dus misschien dat we in de toekomst naast olijfolie ook wijn onder het merk Al Fianco willen uitbrengen. Verder wil ik ook weer wat vaker naar België om mijn passie voor het helpen groeien van ondernemingen weer op te pikken. Dus dat zijn de ideeën waar we op dit moment concreet mee bezig zijn.”

Wil je op de hoogte blijven van het mediterrane leven van Ben en Estel in de Molise streek? Houd dan vooral hun Facebook en Instagram in de gaten.